Het telefoonnetwerk handmatig instellen vanaf het menu Instellingen
Wanneer u de telefoon handmatig instelt, moet u de volgende velden instellen:
-
IP-adres
-
Subnetmasker
-
Standaardrouter
-
DNS-server 1
-
TFTP-server 1
Na de instelling van de netwerkconfiguratie moet u de Wi-Fi-verbinding instellen.
Procedure
Stap 1 |
Open de app Instellingen. |
Stap 2 |
Selecteer Wi-Fi. |
Stap 3 |
Selecteer een profiel. |
Stap 4 |
(optioneel) Stel een profielnaam in.
|
Stap 5 |
Selecteer . |
Stap 6 |
Selecteer DHCP en druk op Uit. |
Stap 7 |
Voer een IP-adres voor de telefoon in.
|
Stap 8 |
Voer een subnetmasker in.
|
Stap 9 |
Voer een standaardrouter in.
|
Stap 10 |
Voer de primaire DNS-server in.
|
Stap 11 |
Voer de primaire TFTP-server in
|
Stap 12 |
Druk op Wissen wanneer de Trust list dit vraagt. Wanneer u Wissen selecteert, worden de CTL- en ITL-bestanden van de telefoon verwijderd. Als u Doorgaan selecteert, blijven de bestanden behouden maar kunt u mogelijk geen verbinding maken met de nieuwe Cisco Unified Communications Manager. |
De app Instellingen openen
U gebruikt de app Instellingen om uw telefoon in te stellen, te beheren en aan te passen.
Procedure
Stap 1 |
Druk in het scherm met de lijnweergave op de pijl links van het navigatiecluster om het scherm Toepassingen weer te geven. |
Stap 2 |
Druk in het scherm Toepassingen op de pijl links van het navigatiecluster om Instellingen te selecteren. |