Telefoonsystemen controleren

Status Cisco IP-telefoon

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u modelgegevens, statusberichten en netwerkstatistieken kunt weergeven voor de Cisco IP-telefoon 8800-serie.

  • Modelinformatie: geeft informatie weer over de hardware en software van de telefoon.

  • Statusmenu: biedt toegang tot schermen met statusberichten, netwerkstatistieken en statistieken voor het huidige gesprek.

Gebruik de informatie op deze schermen om de werking van de telefoon op afstand te controleren en te helpen bij het oplossen van problemen.

Veel van deze gegevens en andere samenhangende gegevens kunt u ook op afstand opvragen via de webpagina van de telefoon.

Zie Problemen oplossen voor meer informatie over het oplossen van problemen.

Het venster Telefoongegevens weergeven

Voer de volgende stappen uit om het venster Modelgegevens weer te geven:

Procedure


Stap 1

Druk op Toepassingen .

Stap 2

Selecteer Telefoongegevens.

Als de gebruiker is verbonden met een veilige of geverifieerde server, wordt een overeenkomstig pictogram (slot of certificaat) weergegeven in het venster Telefoongegevens rechts van de serveroptie. Als de gebruiker niet is verbonden met een veilige of geverifieerde server, wordt er geen pictogram weergegeven.

Stap 3

Druk op Afsluiten om het venster Modelgegevens af te sluiten.


Velden voor telefoongegevens

De volgende tabel beschrijft de instellingen voor telefoongegevens.

Tabel 1. Instellingen telefoongegevens

Optie

Beschrijving

Modelnummer

Modelnummer van de telefoon.

IPv4-adres

IP-adres van de telefoon.

Hostnaam

Hostnaam van de telefoon.

Actieve lading

De versie van de firmware die nu is geïnstalleerd op de telefoon. De gebruiker kan op Details drukken voor meer informatie.

Inactieve belasting

Inactieve belasting verschijnt alleen als een download is uitgevoerd. Een downloadpictogram en de status "Upgrade bezig" of "Upgrade mislukt" worden ook weergegeven. Als een gebruiker op Details drukt tijdens een upgrade, worden de downloadbestandsnaam en onderdelen weergegeven.

Een nieuwe image van de firmware kan van te voren worden ingesteld op downloaden voor een onderhoudsperiode. In plaats van te wachten tot alle telefoons de firmware hebben gedownload, schakelt het systeem sneller tussen het resetten van een bestaande belasting naar de status Inactief en het installeren van de nieuwe belasting.

Wanneer het downloaden is voltooid, verandert het pictogram om de status voltooid aan te geven. Een vinkje wordt weergegeven voor een succesvolle download of een "X" voor een mislukte download. Indien mogelijk worden de overige downloads voortgezet.

Laatste upgrade

Datum van de meest recente firmware-upgrade.

Actieve server

Domeinnaam van de server waarop de telefoon is geregistreerd.

Stand-byserver

Domeinnaam van de stand-byserver.

Statusmenu weergeven

Het statusmenu bevat de volgende opties die informatie over de telefoon en telefonische activiteiten bevatten:

  • Statusberichten: geeft het scherm Statusberichten weer met een logboek met belangrijke systeemberichten.

  • Ethernet-statistieken: geeft het scherm Ethernet-statistieken weer, met statistieken over het Ethernet-verkeer.

  • Draadloze statistieken: geeft het scherm Statistieken draadloos weer, indien van toepassing.

  • Gespreksstatistieken: geeft tellers en statistische gegevens weer voor het huidige gesprek.

  • Huidige toegangspunt: geeft het scherm Huidig toegangspunt weer, indien van toepassing.

Als u het statusmenu wilt weergeven, voert u deze stappen uit:

Procedure


Stap 1

Druk op Toepassingen om het statusmenu te openen.

Stap 2

Selecteer Beheerdersinstellingen > Status.

Stap 3

Druk op Afsluiten om het statusmenu te sluiten.


Het venster Statusberichten weergeven

Het venster Statusberichten geeft de 30 laatste statusberichten weer die de telefoon heeft gegenereerd. U kunt dit scherm op elk gewenst moment openen, zelfs als de telefoon nog niet volledig is gestart.

Procedure

Stap 1

Druk op Toepassingen .

Stap 2

Selecteer Beheerdersinstellingen > Status > Statusberichten.

Stap 3

Als u de huidige statusberichten wilt verwijderen, drukt u op Wissen.

Stap 4

Druk op Afsluiten om het venster Statusberichten te sluiten.


Velden met Statusberichten

In de volgende tabel worden de statusberichten beschreven die worden weergegeven in het scherm Statusberichten van de telefoon.

Tabel 2. Statusberichten voor Cisco Unified IP-telefoon

Bericht

Beschrijving

Mogelijke uitleg en actie

CFG TFTP Size Error

Het configuratiebestand is te groot voor het bestandssysteem op de telefoon.

Start de telefoon opnieuw op.

Checksum Error

Gedownload softwarebestand is beschadigd.

Verkrijg een nieuwe kopie van de telefoonfirmware en plaats deze in de TFTPPath-map. U moet naar deze map alleen bestanden kopiëren wanneer de TFTP-serversoftware is afgesloten. Anders kunnen de bestanden beschadigd raken.

Kan geen IP-adres van DHCP verkrijgen

De telefoon heeft voorheen geen IP-adres verkregen van een DHCP-server. Dit kan gebeuren wanneer u een kant-en-klare reset of een reset met standaardinstellingen uitvoert.

Bevestig dat de DHCP-server beschikbaar is en dat er een IP-adres voor de telefoon beschikbaar is.

CTL en ITL geïnstalleerd

De CTL- en ITL-bestanden zijn geïnstalleerd op de telefoon.

Geen. Dit bericht dient alleen ter informatie. De CTL- en ITL-bestanden zijn niet eerder geïnstalleerd.

CTL geïnstalleerd

Het CTL-bestand van een vertrouwde certificaatlijst is op de telefoon geïnstalleerd.

Geen. Dit bericht dient alleen ter informatie. Het CTL-bestand is niet eerder geïnstalleerd.

Bijwerken van CTL mislukt

De telefoon kan het bestand met de vertrouwde certificaatlijst (CTL) niet bijwerken.

Probleem met het CTL-bestand op de TFTP-server.

DHCP-timeout

DHCP-server heeft niet gereageerd.

Netwerk is bezet: de fouten zouden vanzelf moeten worden opgelost wanneer de netwerkbelasting minder wordt.

Geen netwerkconnectiviteit tussen de DHCP-server en de telefoon: controleer de netwerkverbindingen.

DHCP-server is niet actief: controleer de configuratie van de DHCP-server.

Fout blijft bestaan: overweeg een statisch IP-adres toe te wijzen.

DNS-timeout

DNS-server heeft niet gereageerd.

Netwerk is bezet: de fouten zouden vanzelf moeten worden opgelost wanneer de netwerkbelasting minder wordt.

Geen netwerkconnectiviteit tussen de DNS-server en de telefoon: controleer de netwerkverbindingen.

DNS-server is niet actief: controleer de configuratie van de DNS-server.

DNS Unknown Host

DNS kan de naam van de TFTP-server of Cisco Unified Communications Manager niet herleiden.

Controleer of de hostnamen van de TFTP-server of Cisco Unified Communications Manager juist zijn geconfigureerd in DNS.

Overweeg IP-adressen te gebruiken in plaats van hostnamen

Duplicate IP

Een ander apparaat gebruikt het IP-adres dat aan de telefoon is toegewezen.

Als de telefoon een statisch IP-adres heeft, controleert u of u niet een dubbel IP-adres hebt toegewezen.

Als u DHCP gebruikt, controleert u de configuratie van de DHCP-server.

Bezig met verwijderen van CTL- en ITL-bestanden

CTL- of ITL-bestand wordt gewist.

Geen. Dit bericht dient alleen ter informatie.

Fout bij bijwerken landinstelling

Een of meer lokalisatiebestanden zijn niet gevonden in de map van het TFTP-pad of zijn niet geldig. De landinstelling is niet gewijzigd.

Controleer vanuit Cisco Unified Operating System Administration of de volgende bestanden zich bevinden in submappen in het TFTP-bestandsbeheer:

  • Geplaatst in submap met dezelfde naam als netwerklandinstelling:
    • tones.xml

  • Geplaatst in submap met dezelfde naam als gebruikerslandinstelling:
    • glyphs.xml

    • dictionary.xml

    • kate.xml

Bestand niet gevonden <Cfg File>

Het naamgebaseerde en standaardconfiguratiebestand is niet gevonden op de TFTP-server.

Het configuratiebestand voor een telefoon wordt gemaakt wanneer de telefoon wordt toegevoegd aan de Cisco Unified Communications Manager-database. Als de telefoon niet aanwezig is in de Cisco Unified Communications Manager-database, genereert de TFTP een CFG-bestand niet gevonden-antwoord.

  • Telefoon is niet geregistreerd bij Cisco Unified Communications Manager.

    U moet de telefoon handmatig aan Cisco Unified Communications Manager toevoegen als u niet toestaat dat telefoons automatisch worden geregistreerd. Zie Methoden voor toevoegen van telefoons voor meer informatie.

  • Als u DHCP gebruikt, controleert u of de DHCP-server naar de juiste TFTP-server wijst.
  • Als u statische IP-adressen gebruikt, controleert u de configuratie van de TFTP-server.

Bestand niet gevonden <CTLFile.tlv>

Dit bericht wordt op de telefoon weergegeven wanneer de Cisco Unified Communications Manager-cluster niet is geactiveerd in de veilige modus.

Geen effect; de telefoon kan nog steeds worden geregistreerd bij Cisco Unified Communications Manager.

IP Address Released

De telefoon is geconfigureerd om het IP-adres vrij te geven.

De telefoon blijft inactief totdat deze opnieuw wordt opgestart of totdat u het DHCP-adres opnieuw instelt.

ITL geïnstalleerd

Het ITL-bestand is geïnstalleerd op de telefoon.

Geen. Dit bericht dient alleen ter informatie. Het ITL-bestand is niet eerder geïnstalleerd.

Geweigerde HC laden

De gedownloade toepassing is niet compatibel met de telefoonhardware.

Deze fout treedt op als u een softwareversie probeert te installeren op deze telefoon waarop geen hardwarewijzigingen worden ondersteund.

Controleer de belasting-id die is toegewezen aan de telefoon (kies vanuit Cisco Unified Communications Manager Apparaat > Telefoon). Voer de lading opnieuw in die op de telefoon wordt weergegeven.

Geen standaardrouter

Met de DHCP- of statische configuratie is geen standaardrouter opgegeven.

Als de telefoon een statisch IP-adres heeft, controleert u of de standaardrouter is geconfigureerd.

Als u DHCP gebruikt, is op de DHCP-server geen standaardrouter opgegeven. Controleer de configuratie van de DHCP-server.

No DNS Server IP

Er is een naam opgegeven, maar met de DHCP- of statische IP-configuratie is geen DNS-serveradres opgegeven.

Als de telefoon een statisch IP-adres heeft, controleert u of de DNS-server is geconfigureerd.

Als u DHCP gebruikt, is op de DHCP-server geen DNS-server opgegeven. Controleer de configuratie van de DHCP-server.

Geen Vertrouwde lijst geïnstalleerd

Het CTL-bestand of het ITL-bestand is niet op de telefoon geïnstalleerd.

De vertrouwde lijst is niet geconfigureerd in Cisco Unified Communications Manager, waarmee beveiliging niet standaard wordt ondersteund.

Telefoon kan niet worden geregistreerd. Certificaatsleutelgrootte is niet compatibel met FIPS.

Voor FIPS is vereist dat het RSA-servercertificaat 2048 bits of groter is.

Werk het certificaat bij.

Opnieuw starten aangevraagd door Cisco Unified Communications Manager

De telefoon wordt opnieuw gestart als gevolg van een aanvraag van Cisco Unified Communications Manager.

Er zijn waarschijnlijk configuratiewijzigingen aangebracht in de telefoon in Cisco Unified Communications Manager en er is gedrukt op Configuratie toepassen zodat de wijzigingen worden doorgevoerd.

TFTP-toegangsfout

TFTP-server verwijst naar een map die niet bestaat.

Als u DHCP gebruikt, controleert u of de DHCP-server naar de juiste TFTP-server wijst.

Als u statische IP-adressen gebruikt, controleert u de configuratie van de TFTP-server.

TFTP-fout

De telefoon herkent een foutcode niet die de TFTP-server heeft verschaft.

Neem contact op met Cisco TAC.

TFTP-timeout

TFTP-server heeft niet gereageerd.

Netwerk is bezet: de fouten zouden vanzelf moeten worden opgelost wanneer de netwerkbelasting minder wordt.

Geen netwerkconnectiviteit tussen de TFTP-server en de telefoon: controleer de netwerkverbindingen.

TFTP-server is niet actief: controleer de configuratie van de TFTP-server.

Time-out

Supplicant heeft een 802.1X-transactie geprobeerd, maar er is een time-out opgetreden vanwege de afwezigheid van een verificatie.

Er treedt doorgaans een time-out voor de verificatie op als 802.1X niet is geconfigureerd op de switch.

Bijwerken Vertrouwde lijst mislukt

Bijwerken van de CTL- en ITL-bestanden is mislukt.

Op de telefoon zijn CTL- en ITL-bestanden geïnstalleerd en de nieuwe CTL- en ITL-bestanden kunnen niet worden bijgewerkt.

Mogelijke redenen voor fout:

  • Er is een netwerkfout opgetreden.
  • TFTP-server was niet actief.
  • Het nieuwe beveiligingstoken waarmee het CTL-bestand is ondertekend en het TFTP-certificaat waarmee het ITL-bestand is ondertekend, zijn geïntroduceerd maar zijn niet beschikbaar in de huidige CTL- en ITL-bestanden op de telefoon.
  • Er is een interne telefoonfout opgetreden.

Mogelijke oplossingen:

  • Controleer de netwerkverbinding.
  • Controleer of de TFTP-server actief is en normaal werkt.
  • Als de TVS-server (Transactional Vsam Services) wordt ondersteund in Cisco Unified Communications Manager, moet u controleren of de TVS-server actief is en normaal werkt.
  • Controleer of het beveiligingstoken en de TFTP-server geldig zijn.

Verwijder de CTL- en ITL-bestanden handmatig als alle voorafgaande oplossingen mislukt zijn. Reset de telefoon.

Vertrouwde lijst bijgewerkt

Het CTL-bestand, het ITL-bestand of beide bestanden worden bijgewerkt.

Geen. Dit bericht dient alleen ter informatie.

Versiefout

De naam van het laadbestand van de telefoon is onjuist.

Controleer of de naam van het laadbestand van de telefoon juist is.

XmlDefault.cnf.xml of .cnf.xml corresponderend met de apparaatnaam van de telefoon

Naam van het configuratiebestand.

Geen. Met dit bericht wordt de naam van het configuratiebestand voor de telefoon aangegeven.

Netwerkinformatiescherm weergeven

Gebruik de informatie op het scherm Netwerkinfo om verbindingsproblemen op een telefoon op te lossen.

Er wordt een bericht weergegeven op de telefoon als een gebruiker problemen heeft bij het maken van verbinding met een telefoonnetwerk.

Procedure

Stap 1

Druk op Toepassingen om het statusmenu te openen.

Stap 2

Selecteer Beheerdersinstellingen > Status > Statusberichten.

Stap 3

Selecteer Netwerkinfo.

Stap 4

Druk op Afsluiten om Netwerkinfo af te sluiten.


Het scherm Netwerkstatistieken weergeven

Het scherm Netwerkstatistieken geeft informatie weer over de prestaties van de telefoon en het netwerk.

Voer de volgende stappen uit om het venster Netwerkstatistieken weer te geven:

Procedure

Stap 1

Druk op Toepassingen.

Stap 2

Selecteer Beheerdersinstellingen>Status>Netwerkstatistieken.

Stap 3

Als u de statistieken voor Rx Frames, Tx Frames en Rx Broadcasts op 0 wilt resetten, drukt u op Wissen.

Stap 4

Druk op Afsluiten om het venster Ethernet-statistieken af te sluiten.


Ethernet-statistieken

In de volgende tabellen wordt de informatie in het scherm Ethernet-statistieken beschreven.

Tabel 3. Ethernet-statistieken

Item

Beschrijving

Rx Frames

Aantal pakketten dat de telefoon heeft ontvangen

Tx Frames

Aantal pakketten dat door de telefoon is verzonden.

Rx Broadcasts

Aantal broadcastpakketten dat de telefoon heeft ontvangen.

Oorzaak van herstart

Oorzaak van de laatste reset van de telefoon. Geeft een van de volgende waarden aan:

  • Geïnitialiseerd
  • TCP-timeout
  • CM-closed-TCP
  • TCP-Bad-ACK
  • CM-reset-TCP
  • CM-aborted-TCP
  • CM-NAKed
  • KeepaliveTO
  • Failback
  • Toetsenblok van telefoon
  • Phone-Re-IP
  • Reset-Reset
  • Reset-opnieuw starten
  • Telefoon-Reg-Rej
  • Load Rejected HC
  • CM-ICMP-Unreach
  • Phone-Abort

Elapsed Time (Verstreken tijd)

Gemiddelde tijd die is verstreken sinds de telefoon de laatste keer opnieuw is opgestart.

Poort 1

Koppelingstatus en verbinding van de netwerkpoort. Automatisch 100 Mb Full-Duplex betekent bijvoorbeeld dat de netwerkpoort in de link-upstatus staat en automatisch heeft onderhandeld over een full-duplex, 100-Mbps verbinding.

Poort 2

Koppelingstatus en verbinding van de pc-poort.

DHCP-status (IPv4 / IPv6)

  • In de Alleen IPv4-modus wordt alleen de DHCPv4-status weergegeven, zoals DHCP BOUND.

  • In IPv6-modus wordt alleen de DHCPv6-status weergegeven, zoals ROUTER ADVERTISE.

  • Informatie over de DHCPv6-status wordt weergegeven.

In de volgende tabellen worden de berichten beschreven die verschijnen voor de DHCPv4- en DHCPv6-status.

Tabel 4. DHCPv4-berichten Ethernet-statistieken

DHCPv4-status

Beschrijving

CDP INIT

CDP is niet gekoppeld of WLAN is niet bedrijf

DHCP GEBONDEN

DHCPv4 is GEBONDEN

DHCP UITGESCHAKELD

DHCPv4 is uitgeschakeld.

DHCP INIT

DHCPv4 is INIT

DHCP ONGELDIG

DHCPv4 is ongeldig. Dit is eerste status

DHCP VERNIEUWEN

DHCPv4 is bezig met vernieuwen

DHCP OPNIEUW BINDEN

DHCPv4 is bezig met opnieuw binden

DHCP REBOOT

DHCPv4 wordt geïnitialiseerd, opnieuw opgestart

DHCP AANVRAGEN

DHCPv4 is bezig met aanvraag

DHCP OPNIEUW SYNCHRONISEREN

DHCPv4 wordt opnieuw gesynchroniseerd

DHCP TIMEOUT WACHTEN KOUDE START

DHCPv4 wordt opgestart.

DHCP NIET HERKEND

De DHCPv4-status wordt niet herkend

DUBBELE IP UITGESCHAKELD

Dubbel IPv4-adres

DHCP-timeout

DHCPv4-timeout

IPV4 STACK UITGESCHAKELD

Telefoon is in de modus alleen IPv6 met IPv4 Stack uitgeschakeld.

ONGELDIGE IPV4-STATUS

Ongeldige IPv4-status en mag niet plaatsvinden

Tabel 5. DHCPv6-berichten Ethernet-statistieken

DHCPv6-status

Beschrijving

CDP INIT

CDP wordt geïnitialiseerd

DHCP6 GEBONDEN

DHCPv6 is GEBONDEN

DHCP6 UITGESCHAKELD

DHCPv6 is uitgeschakeld.

DHCP6 VERNIEUWEN

DHCPv6 is bezig met vernieuwen

DHCP6 OPNIEUW BINDEN

DHCPv6 is bezig met opnieuw binden

DHCP6 INIT

DHCPv6 wordt geïnitialiseerd

DHCP6 VRAGEN

DHCPv6 vraagt

DHCP6 AANVRAGEN

DHCPv6 is bezig met aanvraag

DHCP6 VRIJGEVEN

DHCPv6 wordt vrijgegeven

DHCP6 VRIJGEGEVEN

DHCPv6 wordt vrijgegeven

DHCP6 UITSCHAKELEN

DHCPv6 wordt uitgeschakeld

DHCP6 AFWIJZEN

DHCPv6 wordt afgewezen

DHCP6 AFGEWEZEN

DHCPv6 is afgewezen

DHCP6 INFOREQ

DHCPv6 is INFOREQ

DHCP6 INFOREQ GEREED

DHCPv6 is INFOREQ GEREED

DHCP6 ONGELDIG

DHCPv6 is ongeldig. Dit is eerste status

DUBBELE IPV6 UITGESCHAKELD

DHCP6 is uitgeschakeld, maar dubbele IPV6 gevonden

DHCP6 DUBBELE IP AFGEWEZEN

DHCP6 is geweigerd: dubbele IPV6 gevonden

ROUTER ADVERTISE., (DUBBELE IP)

Automatisch dubbel geconfigureerd IPv6-adres

DHCP6 TIME-OUT WACHTEN KOUDE START

DHCPv6 wordt opgestart.

DHCP6 TIME-OUT MET HERSTELDE WAARDEN

DHCPv6 time-out, met de waarde in flash-geheugen opgeslagen

DHCP6 TIMEOUT KAN NIET HERSTELLEN

DHCP6 time-out en er is geen back-up van flash-geheugen

IPV6 STACK UITGESCHAKELD

Telefoon is in de modus alleen IPv4 met IPv6 Stack uitgeschakeld.

ROUTER ADVERTISE., (GOOD IP)

ROUTER ADVERTISE., (BAD IP)

NIET HERKEND BEHEERD DOOR

IPv6-adres is niet van router of DHCPv6-server

ONGELDIGE IPV6-STATUS

Ongeldige IPv6-status en mag niet plaatsvinden

Het scherm Statistieken draadloos weergeven

Deze procedure is alleen van toepassing op de draadloze Cisco IP-telefoon 8861.

Voer de volgende stappen uit om het venster Draadloze statistieken weer te geven:

Procedure

Stap 1

Druk op Toepassingen .

Stap 2

Selecteer Beheerdersinstellingen>Status > Draadloze statistieken.

Stap 3

Als u de draadloze statistieken wilt terugzetten op 0, drukt u op Wissen.

Stap 4

Druk op Afsluiten om het venster Draadloze statistieken af te sluiten.


WLAN-statistieken

In de volgende tabel worden de WLAN-statistieken op de telefoon beschreven.

Tabel 6. WLAN-statistieken op de Cisco Unified IP-telefoon

Item

Beschrijving

tx bytes

Aantal bytes dat de telefoon heeft verzonden.

rx bytes

Aantal bytes dat de telefoon heeft ontvangen.

tx pakketten

Aantal pakketten dat de telefoon heeft verzonden.

rx pakketten

Aantal pakketten dat de telefoon heeft ontvangen

tx pakketten afgebroken

Aantal pakketten dat is verloren tijdens het verzenden.

rx pakketten afgebroken

Aantal pakketten dat is verloren tijdens het ontvangen.

tx pakketfouten

Aantal pakketten met fouten dat de telefoon heeft verzonden.

rx pakketfouten

Aantal pakketten met fouten dat de telefoon heeft ontvangen.

Tx frames

Het aantal MSDU dat is verzonden.

tx multicast-frames

De aantal multicast-MSDU dat is verzonden.

tx opnieuw proberen

Het aantal MSDU dat na een of meer herhaalde verzendingen met succes is verzonden.

tx meerdere pogingen

Het aantal multicast-MSDU dat na een of meer herhaalde verzendingen met succes is verzonden.

tx fout

Dit aantal MSDU is niet verzonden omdat het aantal verzendpogingen de limiet voor nieuwe pogingen heeft overschreden.

rts geslaagd

Deze teller wordt verhoogd wanneer een CTS is ontvangen in reactie op een RTS.

rts fout

Deze teller wordt verhoogd wanneer een CTS niet is ontvangen in reactie op een RTS.

ack fout

Deze teller wordt verhoogd wanneer een ontvangstbevestiging niet is ontvangen wanneer verwacht.

rx dubbele frames

Het aantal ontvangen frames dat volgens de volgordecontrole dubbel is.

rx gefragmenteerde pakketten

Het aantal correct ontvangen MPDU van het type gegevens of management.

Aantal roaming

Het aantal roaming.

Het venster Gespreksstatistieken weergeven

U kunt het scherm Gespreksstatistieken op de telefoon openen om tellers, statistieken en gegevens over de spraakkwaliteit van het laatste gesprek weer te geven.


Opmerking


U kunt de gespreksstatistieken ook op afstand weergeven als u met een webbrowser de webpagina Streamingstatistieken opent. Deze webpagina bevat aanvullende RTCP-statistieken die niet beschikbaar zijn op de telefoon.


In één gesprek kunnen meerdere spraakstromen worden gebruikt, maar de gegevens worden alleen vastgelegd voor de laatste spraakstroom. Een spraakstroom is een pakketstroom tussen twee eindpunten. Als het ene eindpunt in de wacht staat, stopt de spraakstroom ook al is het gesprek nog verbonden. Als het gesprek weer wordt hervat, begint een nieuwe spraakpakketstroom en overschrijven de nieuwe gespreksgegevens de eerdere gespreksgegevens.

Procedure

Stap 1

Druk op Toepassingen.

Stap 2

Selecteer Beheerdersinstellingen > Status > Gespreksstatistieken.

Stap 3

Druk op Afsluiten om het venster Gespreksstatistieken af te sluiten.


Velden van Gespreksstatistieken

In de volgende tabel worden de items in het scherm Gespreksstatistieken beschreven.

Tabel 7. Items van Gespreksstatistieken voor Cisco Unified IP-telefoon

Item

Beschrijving

Codec ontvanger

Type ontvangen spraakstroom (RTP-streamingaudio van codec):
  • G.729

  • G.722

  • G722.2 AMR-WB

  • G.711 mu-law

  • G.711 A-law

  • iLBC

  • Opus

  • iSAC

Codec afzender

Type verzonden spraakstroom (RTP-streamingaudio van codec):
  • G.729

  • G.722

  • G722.2 AMR-WB

  • G.711 mu-law

  • G.711 A-law

  • iLBC.

  • Opus

  • iSAC

Formaat ontvanger

Grootte van spraakpakketten, in milliseconden, in de ontvangende spraakstroom (RTP-streamingaudio).

Formaat afzender

Grootte van spraakpakketten, in milliseconden, in de verzendende spraakstroom.

Pakketten ontvanger

Aantal RTP-spraakpakketten dat is ontvangen sinds de spraakstroom is geopend.

Opmerking

 

Dit aantal is niet noodzakelijkerwijs identiek aan het aantal RTP-spraakpakketten dat is ontvangen sinds het gesprek is begonnen omdat het gesprek mogelijk in de wacht is gezet.

Pakketten afzender

Aantal RTP-spraakpakketten dat is verzonden sinds de spraakstroom is geopend.

Opmerking

 

Dit aantal is niet noodzakelijkerwijs identiek aan het aantal RTP-spraakpakketten dat is verzonden sinds het gesprek is begonnen omdat het gesprek mogelijk in de wacht is gezet.

Gem. jitter

Geschatte gemiddelde RTP-pakketjitter (dynamische vertraging die in een pakket optreedt wanneer het door het netwerk gaat), in milliseconden, die is geconstateerd sinds de ontvangende spraakstroom is geopend.

Max. jitter

Maximale jitter, in milliseconden, die is geconstateerd sinds de ontvangende spraakstroom is geopend.

Ontvanger genegeerd

Aantal RTP-pakketten in de ontvangende spraakstroom, dat is verwijderd (ongeldige pakketten, pakketten die te laat zijn, enzovoort).

Opmerking

 

Op de telefoon worden door Cisco Gateways gegenereerde CN-pakketten (Comfort Noise) van payloadtype 19 verwijderd, omdat deze dit aantal verhogen.

Verloren pakketten ontvanger

Ontbrekende RTP-pakketten (onderweg verloren).

Voice-Quality Metrics (Metrische gegevens spraakkwaliteit)

Cumulatieve verbergingsverhouding

Totaal aantal verbergingsframes gedeeld door het totaal aantal spraakframes dat is ontvangen vanaf het begin van de spraakstroom.

Interval verbergingsverhouding

Verhouding van verbergingsframes tot spraakframes in het voorafgaande interval van 3 seconden actieve spraak. Als Voice Activity Detection (VAD) wordt gebruikt, kan een langer interval nodig zijn om 3 seconden actieve spraak te verzamelen.

Max. verbergingsverhouding

Verbergingsverhouding met hoogste interval vanaf het begin van de spraakstroom.

Seconden verbergen

Aantal seconden met verbergingsgebeurtenissen (verloren frames) vanaf het begin van de spraakstroom (omvat strikt verborgen seconden).

Seconden strikt verbergen

Aantal seconden met meer dan 5 procent verbergingsgebeurtenissen (verloren frames) vanaf het begin van de spraakstroom.

Latentie

Schatting van netwerklatentie, uitgedrukt in milliseconden. Geeft een doorlopend gemiddelde weer van de retourvertraging, gemeten wanneer de RTCP-ontvangerrapportblokken worden ontvangen.

Het venster Huidig toegangspunt weergeven

Het scherm Huidig toegangspunt geeft statistieken weer over het toegangspunt dat de Cisco IP-telefoon 8861 gebruikt voor draadloze communicatie.

Procedure

Stap 1

Druk op Toepassingen.

Stap 2

Selecteer Beheerderinstellingen > Status > Huidig toegangspunt.

Stap 3

Druk op Afsluiten om het scherm Huidig toegangspunt af te sluiten.


Velden voor huidige toegangspunten

In de volgende tabel worden de velden in het scherm Huidig toegangspunt beschreven.

Tabel 8. Items Huidig toegangspunt

Item

Beschrijving

Naam AP

Naam van het Toegangspunt, als deze CCX-compatibel is. Anders wordt het MAC-adres hier weergegeven.

MAC-adres

MAC-adres van het toegangspunt.

Frequentie

De meest recente frequentie waar dit toegangspunt is geconstateerd.

Huidig kanaal

De meest recente kanaal waar dit toegangspunt is geconstateerd.

Nieuwste RSSI

De meest recente RSSI waarin dit toegangspunt is geconstateerd.

Bakeninterval

Aantal tijdeenheden tussen bakens. Een tijdeenheid is 1024 ms.

Functie

Dit veld bevat een aantal subvelden die worden gebruikt om gevraagde of aangekondigde optionele mogelijkheden aan te geven.

Basissnelheden

Gegevenssnelheden die het toegangspunt vereist en het toegangspunt waarmee het station moet kunnen werken.

Optionele snelheden

Gegevenssnelheden die worden ondersteund door het toegangspunt en het toegangspunt dat optioneel is voor het station.

Ondersteunde VHT-snelheden (rx)

Ondersteunde VHT RX MCS-set ontvangen van toegangspunt.

Ondersteunde VHT-snelheden (tx)

Ondersteunde VHT TX MCS-set ontvangen van toegangspunt.

Ondersteunde HT MCS

Ondersteunde HT TX MCS-set ontvangen van toegangspunt.

DTIM-periode

Elk nde baken is een dtime-periode. Na elk DTIM-baken verzendt het toegangspunt broadcast- of multicast-pakketten die in de wachtrij worden geplaatst voor energiebesparende apparaten.

Landcode

Een tweecijferige landcode. Landinformatie wordt mogelijk niet weergegeven als het informatie-element (IE) voor het land niet aanwezig is in het baken.

Kanalen

Een lijst met ondersteunde kanalen (van het IE voor het land).

Beperkte voeding

De hoeveelheid voeding waarmee het maximale verzendvermogen moet worden verminderd van de voorgeschreven domeinlimiet.

Vermogenslimiet

Maximaal verzendvermogen in dBm dat is toegestaan voor dat kanaal.

Gebruik van kanaal

Het tijdpercentage, genormaliseerd naar 255, waarin de AP heeft vastgesteld dat het medium bezet was, zoals aangegeven door het fysieke of virtuele 'carrier sense'-mechanisme (CS).

Aantal stations

Het totale aantal STA's dat momenteel is gekoppeld aan dit toegangspunt.

Toegangscapaciteit

Een niet-ondertekend geheel getal dat de resterende mediumtijd specificeert die beschikbaar is via expliciete toegangscontrole, in eenheden van 32 microseconden per seconde.

Als de waarde 0 is, wordt dit informatie-element niet ondersteund door het toegangspunt en is de capaciteit onbekend.

WMM ondersteund

Ondersteuning voor Wi-Fi Multimedia Extensions.

UAPSD ondersteund

Het toegangspunt ondersteunt niet-geplande automatische levering van energiebesparing. Is mogelijk alleen beschikbaar als WMM wordt ondersteund. Deze functie is essentieel voor de spraaktijd en voor het realiseren van maximale gespreksdichtheid op de draadloze IP-telefoon.

Proxy ARP

CCX-compliant AP ondersteunt respons op IP ARP-verzoeken namens het gekoppelde station. Deze functie is essentieel voor de stand-bytijd van de draadloze IP-telefoon.

CCX-versie

Als het toegangspunt CCX-compatibel is, toont dit veld de CCX-versie.

Best Effort

Bevat informatie over de beste inspanning van de wachtrij.

Achtergrond

Bevat informatie over de achtergrondwachtrij.

Video

Bevat informatie over de videowachtrij.

Spraak

Bevat informatie over de spraakwachtrij.

Webpagina Cisco IP-telefoon

Elke Cisco IP-telefoon heeft een webpagina waarop u allerlei informatie over de telefoon kunt weergeven, waaronder:

  • Apparaatinformatie: apparaatinstellingen en bijbehorende informatie over de telefoon.

  • Netwerkinstellingen: informatie over netwerkinstellingen en andere telefooninstellingen.

  • Netwerkstatistieken: hyperlinks die informatie geven over netwerkverkeer.

  • Apparaatlogboeken: hyperlinks naar informatie voor het oplossen van problemen.

  • Streamingstatistieken: hyperlinks maar die diverse streamingstatistieken weergeven.

  • Systeem: geeft een hyperlink weer om de telefoon opnieuw te starten.

In dit gedeelte wordt de informatie beschreven die u kunt ophalen via de webpagina van de telefoon. Gebruik deze informatie om de werking van de telefoon op afstand te controleren en te helpen bij het oplossen van problemen.

U kunt veel van deze informatie ook rechtstreeks van een de telefoon ophalen.

Webpagina Cisco IP-telefoon openen

Als u de webpagina voor een telefoon wilt openen, voert u deze stappen uit:


Opmerking


Als u geen toegang hebt tot de webpagina, is deze mogelijk standaard uitgeschakeld.


Procedure


Stap 1

Haal het IP-adres van de Cisco IP-telefoon op met een van deze methoden:

  1. Zoek naar de telefoon in Cisco Unified Communications Manager Administration door Apparaat > Telefoon te kiezen. Telefoon die zijn aangemeld bij Cisco Unified Communications Manager, geven het IP-adres weer in het venster Telefoons zoeken en vermelden en boven aan het telefoonconfiguratievenster.

  2. Druk op de Cisco IP-telefoon op Toepassingen, kies Beheerdersinstellingen > Netwerkinstellingen > Ethernet-instellingen > IPv4-instellingen en schuif vervolgens naar het veld IP-adres.

Stap 2

Open een webbrowser en voer de volgende URL in waarbij IP-adres het IP-adres is van de Cisco IP-telefoon.

http://IP_address


Apparaatgegevens

In het gedeelte Apparaatinformatie van de webpagina van een telefoon ziet u apparaatinstellingen en bijbehorende informatie over de telefoon. In de volgende tabel worden deze items beschreven.


Opmerking


Een aantal items in de volgende tabel is niet van toepassing op alle telefoonmodellen.


Als u het gedeelte Apparaatinformatie wilt weergeven, opent u de webpagina van de telefoon zoals beschreven in Webpagina Cisco IP-telefoon openen, en klikt u op de hyperlink Apparaatinformatie.

Tabel 9. Items in gedeelte Apparaatinformatie

Item

Beschrijving

Servicemodus

De servicemodus voor de telefoon.

Servicenaam

Het domein voor de service.

Servicestatus

De huidige status van de service.

MAC-adres

Media Access Control-adres (MAC) van de telefoon.

Hostnaam

Unieke, vaste naam die automatisch wordt toegewezen aan de telefoon op basis van het MAC-adres.

Phone DN

Telefoonlijstnummer dat aan de telefoon is toegewezen.

Laad-id voor apps

Firmwareversie van de toepassing die op de telefoon wordt uitgevoerd.

Boot load-ID

Boot firmware-versie.

Versie

Id van de firmware die op de telefoon wordt uitgevoerd.

Toetsuitbreidingsmodule 1

Id voor de eerste toetsuitbreidingsmodule, indien van toepassing.

Van toepassing op Cisco IP-telefoon 8851, 8851NR, 8861, 8865 en 8865NR.

Toetsuitbreidingsmodule 2

Id voor de tweede toetsuitbreidingsmodule, indien van toepassing.

Van toepassing op Cisco IP-telefoon 8851, 8851NR, 8861, 8865 en 8865NR.

Toetsuitbreidingsmodule 3

Id voor de derde toetsuitbreidingsmodule, indien van toepassing.

Van toepassing op Cisco IP-telefoon 8851, 8851NR, 8861, 8865 en 8865NR.

Hardwarerevisie

Kleine wijziging van de telefoonhardware.

Serienummer

Uniek serienummer van de telefoon.

Modelnummer

Modelnummer van de telefoon.

Er zijn nieuwe berichten

Geeft aan of er een spraakbericht wacht op de primaire lijn van deze telefoon.

UDI

Geeft de UDI-gegevens (Cisco Unique Device Identifier) weer over de telefoon:

  • Apparaattype: geeft het type hardware aan. Bijvoorbeeld telefoonschermen voor alle telefoonmodellen.

  • Apparaatbeschrijving: geeft de naam weer van de telefoon die bij het aangegeven modeltype hoort.

  • Product-id: geeft het telefoonmodel op.

  • Versie-ID (VID) – bevat het belangrijkste versienummer van de hardware.

  • Serienummer: geeft het unieke serienummer van de telefoon weer.

Toetsuitbreidingsmodule UDI

Cisco Unique Device Identifier (UDI) van de toetsuitbreidingsmodule.

Van toepassing op Cisco IP-telefoon 8851, 8851NR, 8861, 8865 en 8865NR.

Naam van de hoofdtelefoon

Hier wordt de naam van de gekoppelde Cisco-hoofdtelefoon in de linkerkolom weergegeven. De rechterkolom bevat de volgende informatie:

  • Poort: geeft aan hoe de hoofdtelefoon verbinding maakt met de telefoon.

    • USB

    • AUX

  • Versie: hier wordt de firmwareversie van de hoofdtelefoon weergegeven.

  • Radiobereik: hier wordt de sterkte weergegeven die is geconfigureerd voor de DECT-radio. Alleen van toepassing op de Cisco-hoofdtelefoon 560-serie.

  • Bandbreedte: geeft aan of de headset breedband of smalband gebruikt. Alleen van toepassing op de Cisco-hoofdtelefoon 560-serie.

  • Bluetooth: geeft aan of Bluetooth is ingeschakeld of uitgeschakeld. Alleen van toepassing op de Cisco-hoofdtelefoon 560-serie.

  • Conferentie: geeft aan of de conferentiefunctie is in- of uitgeschakeld. Alleen van toepassing op de Cisco-hoofdtelefoon 560-serie.

  • Firmware bron: hier wordt de toegestane methode voor de firmware-upgrade weergegeven:

    • Beperken tot alleen UCM

    • Toestaan vanuit UCM of Cisco Cloud

    Alleen van toepassing op de Cisco-hoofdtelefoon 560-serie.

Tijd

Tijd voor de Datum/tijd-groep waarbij de telefoon hoort. Deze informatie is afkomstig van de Cisco Unified Communications Manager.

Tijdzone

Tijdzone voor de Datum/tijd-groep waarbij de telefoon hoort. Deze informatie is afkomstig van de Cisco Unified Communications Manager.

Datum

Datum voor de Datum/tijd-groep waarbij de telefoon hoort. Deze informatie is afkomstig van de Cisco Unified Communications Manager.

Vrij systeemgeheugen

Hoeveelheid geheugen op de telefoon

Vrij Java-heapgeheugen

Hoeveelheid beschikbaar intern geheugen voor Java Heap

Vrij Java-poolgeheugen

Hoeveelheid beschikbaar intern geheugen voor Java Pool.

FIPS-modus ingeschakeld

Geeft aan of de modus Federal Information Processing Standard (FIPS) is ingeschakeld.

Netwerkinstellingen

In het gedeelte met netwerkinstellingen op de telefoonwebpagina ziet u informatie over netwerkinstellingen en andere telefooninstellingen. In de volgende tabel worden deze items beschreven.

U kunt veel van deze items weergeven en instellen in het menu Netwerkinstellingen op de Cisco IP-telefoon.


Opmerking


Een aantal items in de volgende tabel is niet van toepassing op alle telefoonmodellen.


Als u het gedeelte Netwerkinstellingen wilt weergeven, opent u de webpagina van de telefoon zoals beschreven in Webpagina Cisco IP-telefoon openen en klikt u op de hyperlink Netwerkinstellingen.

Tabel 10. Items in gedeelte Netwerkinstellingen

Item

Beschrijving

MAC-adres

Media Access Control-adres (MAC) van de telefoon.

Hostnaam

Hostnaam die door de DHCP-server aan de telefoon is toegewezen.

Domeinnaam

Naam van het DNS-domein (Domain Name System) waarin de telefoon zich bevindt.

DHCP-server

IP-adres van de DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol) waarvan de telefoon het IP-adres ontvangt.

BOOTP-server

Geeft aan of de telefoon de configuratie ontvangt van een Bootstrap Protocol-server (BootP).

DHCP

Hiermee wordt aangegeven of de telefoon DHCP gebruikt.

IP-adres

IPv4-adres (Internet Protocol) van de telefoon.

Subnetmasker

Subnetmasker dat de telefoon gebruikt.

Standaardrouter

Standaardrouter die de telefoon gebruikt.

DNS-server 1–3

Primaire DNS-server (Domain Name System) (DNS Server 1) en optionele back-up DNS-servers (DNS Server 2 en 3) die de telefoon gebruikt.

Alternatieve TFTP

Geeft aan of de telefoon een alternatieve TFTP-server gebruikt.

TFTP-server 1

Primaire TFTP-server (Trivial File Transfer Protocol) die door de telefoon wordt gebruikt.

TFTP-server 2

Back-up TFTP- server (Trivial File Transfer Protocol) die door de telefoon wordt gebruikt.

DHCP-adres vrijgegeven

Geeft de instelling aan van de optie DHCP-adres vrijgegeven in het menu Netwerkconfiguratie van de telefoon.

Id van actief VLAN

Operationeel Virtual Local Area-netwerk (VLAN) dat is geconfigureerd op een Cisco Catalyst-switch en waarvan de telefoon lid is.

Admin VLAN Id

Extra VLAN waarvan de telefoon lid is.

CUCM server1–5

Hostnamen of IP-adressen, in volgorde van prioriteit, van de Cisco Unified Communications Manager-servers waarbij de telefoon kan worden aangemeld. Een item kan ook het IP-adres weergeven van een SRST-router die in staat is om beperkte Cisco Unified Communications Manager-functionaliteit te leveren, als een dergelijke router beschikbaar is.

Voor een beschikbare server geeft een item het IP-adres van de Cisco Unified Communications Manager-server en een van de volgende statussen:

  • Actief: Cisco Unified Communications Manager-server waarvan de telefoon momenteel gespreksverwerkingsservices ontvangt
  • Stand-by: Cisco Unified Communications Manager-server waarnaar de telefoon overschakelt als de huidige server niet beschikbaar is
  • Leeg: geen huidige verbinding met deze Cisco Unified Communications Manager-server

Een item kan ook de SRST-aanduiding (Survivable Remote Site Telephony IP-adres) die een SRST-router aangeeft die in staat is om beperkte Cisco Unified Communications Manager-functionaliteit te leveren met een beperkte functieset. Deze router neemt de gespreksverwerking over als alle andere Cisco Unified Communications Manager-servers niet bereikbaar zijn. De SRST Cisco Unified Communications Manager verschijnt altijd als laatste in de lijst met servers, zelfs als deze actief is. U configureert het SRST-routeradres in het gedeelte Apparaatpool in het Cisco Unified Communications Manager Configuration-venster.

Informatie-url

URL van Help-tekst die op de telefoon wordt weergegeven.

Directories-url

URL van de server waarvan de telefoon informatie over de telefoonlijst ophaalt.

Berichten-url

URL van de server waarvan de telefoon berichtservices ophaalt.

Services-url

URL van de server waarvan de telefoon Cisco Unified IP-telefoon-services ophaalt.

Inactieve-URL

URL die de telefoon weergeeft wanneer de telefoon niet wordt gebruikt voor de periode die is opgegeven in het veld Ruststand-url-tijd en wanneer er geen functiemenu open is.

Ruststand-url-tijd

Aantal seconden dat de telefoon niet actief is en er geen menu open is voordat de XML-service die door de ruststand-URL wordt opgegeven, wordt geactiveerd.

Proxyserver-url

URL van proxyserver die HTTP-verzoeken stuurt naar niet-lokale hostadressen uit naam van de HTTP-client van de telefoon en de reactie van de niet-lokale host doorgeeft aan de HTTP-client van de telefoon.

Authenticatie-url

URL die door de telefoon wordt gebruikt voor het valideren van aanvragen bij de telefoonwebserver.

SW-poortconfiguratie

Snelheid en duplex van de switchpoort, waarbij:

  • A = Automatisch onderhandelen
  • 10H = 10-BaseT/half duplex
  • 10F = 10-BaseT/full duplex
  • 100H = 100-BaseT/half duplex
  • 100F = 100-BaseT/full duplex
  • 1000F = 1000-BaseT/full duplex
  • Geen koppeling = Geen verbinding met de switchpoort

Pc-poortconfiguratie

Snelheid en duplex van de pc-poort, waarbij:

  • A = Automatisch onderhandelen
  • 10H = 10-BaseT/half duplex
  • 10F = 10-BaseT/full duplex
  • 100H = 100-BaseT/half duplex
  • 100F = 100-BaseT/full duplex
  • 1000F = 1000-BaseT/full duplex
  • Geen koppeling = Geen verbinding met de pc-poort

Pc-poort uitgeschakeld

Geeft aan of de pc-poort op de telefoon is in- of uitgeschakeld.

Landinstelling gebruiker

Landinstellingen die zijn gekoppeld aan de telefoongebruiker. Geeft gedetailleerde informatie voor het ondersteunen van de gebruiker, waaronder taal, lettertype, datum- en tijdnotatie en alfanumeriek toetsenbord.

Landinstelling netwerk

Netwerklocatie die is gekoppeld aan de telefoongebruiker. Geeft gedetailleerde informatie voor het ondersteunen van de telefoon op een bepaalde locatie, met inbegrip van tonen en cadansen die door de telefoon worden gebruikt.

Versie landinstelling gebruiker

Verse van de landinstellingen gebruiker die op de telefoon zijn geladen.

Versie landinstelling netwerk

Verse van de netwerklocatie die op de telefoon is geladen.

Luidspreker ingeschakeld

Geeft aan of de luidspreker op de telefoon is ingeschakeld.

GARP ingeschakeld

Geeft aan of de telefoon MAC-adressen leert van Gratuitous ARP-antwoorden.

Naar pc-poort

Geeft aan of de telefoon pakketten die bij de netwerkpoort zijn verzonden en ontvangen, doorstuurt naar de toegangspoort.

Videofunctie ingeschakeld

Geeft aan of de telefoon kan deelnemen aan videogesprekken als verbinding is gemaakt met een correct uitgeruste camera.

Spraak-VLAN ingeschakeld

Geeft aan of de telefoon toestaat dat een apparaat dat is aangesloten op de pc-poort, toegang krijgt tot het spraak-VLAN.

PC VLAN ingeschakeld

VLAN dat 802.1P/Q-tags herkent en verwijdert uit pakketten die naar de pc zijn verzonden.

Automatische lijnselectie ingeschakeld

Geeft aan dat de telefoon automatisch een lijn selecteert wanneer u de handset van de haak neemt.

DSCP-protocol beheren

DSCP IP-classificatie voor signalering gespreksbeheer.

DSCP voor configuratie

DSCP IP-classificatie voor overbrengen van telefoonconfiguratie.

DSCP voor diensten

DSCP IP-classificatie voor telefoonservices.

Beveiligde modus (onbeveiligd)

Beveiligde modus die voor de telefoon is ingesteld.

Webtoegang ingeschakeld

Geeft aan of de webtoegang op de telefoon is in- (ja) of uitgeschakeld (nee).

SSH-toegang ingeschakeld

Geeft aan of de SSH-poort is ingeschakeld of uitgeschakeld.

CDP: SW-poort

Geeft aan of CDP-ondersteuning bestaat op de switchpoort (standaardwaarde is ingeschakeld).

Schakel CDP in op de switchpoort voor VLAN-toewijzing voor de telefoon, power negotiation, QoS-beheer en 802.1x-beveiliging.

Schakel CDP in op de switchpoort wanneer de telefoon verbinding maakt met een Cisco-switch.

Als CDP is uitgeschakeld in Cisco Unified Communications Manager, verschijnt een waarschuwing om aan te geven dat CDP alleen moet worden ingeschakeld op de switchpoort als de telefoon verbinding maakt met een niet-Cisco-switch.

De huidige CDP-waarden voor pc- en switchpoort worden weergegeven in het menu Instellingen.

CDP: PC-poort

Geeft aan of CDP wordt ondersteund op de switchpoort (standaardwaarde is ingeschakeld).

Als CDP is uitgeschakeld in Cisco Unified Communications Manager, verschijnt een waarschuwing om aan te geven dat door het uitschakelen van CDP CVTA niet meer werkt.

De huidige CDP-waarden voor pc- en switchpoort worden weergegeven in het menu Instellingen.

LLDP-MED: SW-poort

Geeft aan of het protocol LLDP-MED (Link Layer Discovery Protocol Media Endpoint Discovery) is ingeschakeld op de switchpoort.

LLDP-MED:PC-poort

Geeft aan of LLDP met is ingeschakeld op de PC-poort.

LLDP Energie Prioriteit

Prioriteit voor telefoonvoeding naar de switch, zodat de switch op de juiste manier voeding kan leveren aan de telefoons. De volgende instellingen zijn beschikbaar:

  • Onbekend: dit is de standaardwaarde.
  • Laag
  • Hoog
  • Kritiek

LLDP Bezit ID

Bezit-id die aan de telefoon is toegewezen voor voorraadbeheer.

CTL-bestand

MD5-hash van het CTL-bestand.

ITL-bestand

Het ITL-bestand bevat de initiële vertrouwde lijst.

ITL-handtekening

MD5-hash van het ITL-bestand

CAPF-server

CPF-server in gebruik

TVS

De hoofdcomponent van standaardbeveiliging. Trust Verification Services (TVS) stelt Cisco Unified IP-telefoons in staat om toepassingsservers, zoals EM-services, telefoonlijst en MIDlet, te verifiëren tijdens het instellen van HTTPS.

TFTP-server

De naam van de TFTP-server die door de telefoon wordt gebruikt.

TFTP-server

De naam van de TFTP-server die door de telefoon wordt gebruikt.

Automatische poortsynchronisatie

Geeft aan dat als de telefoon automatisch wordt gesynchroniseerd, pakketverlies wordt weggelaten uit de poortsnelheid.

Switchpoortconfiguratie op afstand

Geeft aan of de SW-poort op afstand wordt beheerd.

Pc-poortconfiguratie op afstand

Geeft aan of de PC-poort op afstand wordt beheerd.

IP-adresseermodus

Hiermee wordt de adresseermodus aangeduid:

  • Alleen IPv4

  • IPv4 en IPv6

  • Alleen IPv6

Bedieningselement IP-voorkeursmodus

Geeft de IP-adresversie aan die door de telefoon wordt gebruikt tijdens signalering met Cisco Unified Communications Manager als zowel IPv4 als IPv6 beschikbaar zijn op de telefoon.

IP-voorkeursmodus voor media

Automatische IPv6-configuratie

Geeft aan dat het apparaat voor media een IPv4-adres gebruikt voor verbinding met Cisco Unified Communications Manager.

Bescherming dubbel IPv6-adres

IPv6-omleidingsberichten accepteren

Geeft aan of de telefoon omleidingsberichten accepteert van dezelfde router als is gebruikt voor het bestemmingsnummer.

IPv6-multicast echoverzoek beantwoorden

Geeft aan of de telefoon een Echo-antwoord verzendt voor een Echo-verzoek dat naar een alleen IPv6-adres is verzonden.

IPv6-laadserver

Gebruikt voor het optimaliseren van de installatietijd voor telefoonfirmware-upgrades en voor het ontlasten van het WAN door afbeeldingen lokaal op te slaan, zodat de WAN-koppeling niet voor elke telefoonupgrade hoeft te worden gepasseerd.

IPv6-logserver

IPv6 CAPF-server

Geeft het IP-adres en poort van het logboekapparaat op afstand weer waarnaar de telefoon logboekberichten stuurt.

DHCPv6

Geeft de methode aan die de telefoon gebruikt voor het ophalen van het alleen IPv6-adres.

Als DHCPv6 is ingeschakeld, haalt de telefoon het IPv6-adres op van DHCPv6-server of van SLAAC door RA, zoals is verzonden door de IPv6-router. En als DHCPv6 is uitgeschakeld, heeft de telefoon geen stateful (van DHCPv6-server) of stateless (van SLAAC) IPv6-adres.

Opmerking

 

In tegenstelling tot DHCPv4 kan de telefoon, zelfs als DHCPv6 is uitgeschakeld, nog steeds een SLAAC-adres genereren als automatisch configureren is ingeschakeld.

IPv6-adres

Geeft het huidige alleen IPv6-adres van de telefoon weer.

Twee adresindelingen worden ondersteund:

  • Acht sets met hexadecimale cijfers gescheiden door dubbele punten X:X:X:X:X:X:X:X

  • Gecomprimeerde indeling waarmee een reeks opeenvolgende nulgroepen in één groep kunnen worden samengevoegd die met een dubbele punt wordt aangegeven.

Lengte IPv6-voorvoegsel

Hier wordt de huidige alleen IPv6-voorvoegsellengte voor het subnet weergegeven.

IPv6-standaardrouter

Hier wordt de standaard IPv6-router weergegeven die wordt gebruikt door de telefoon.

IPv6 DNS-server 1-2

Geeft de primaire en secundaire DNSv6-server weer die wordt gebruikt door de telefoon

IPv6 alternatieve TFTP

Wordt weergegeven als een alternatieve IPv6-TFTP-server wordt gebruikt.

IPv6 TFTP-server 1-2

Geeft de primaire en secundaire IPv6-TFTP-server weer die wordt gebruikt door de telefoon.

IPv6-adres vrijgegeven

Wordt weergegeven als de gebruiker de IPv6-gerelateerde informatie heeft vrijgegeven.

Voedingsniveau EnergyWise

Het voedingsniveau dat wordt gebruikt wanneer de telefoon in de slaapstand staat.

EnergyWise-domein

Het EnergyWise-domein aan waarin de telefoon zich bevindt.

DF_BIT

Geeft de DF-bit-instelling aan voor pakketten.

Netwerkstatistieken

De volgende hyperlinks met Netwerkstatistieken op de webpagina van een telefoon bieden informatie geven over het netwerkverkeer op de telefoon:

  • Ethernet-informatie: geeft informatie weer over het Ethernet-verkeer.

  • Toegang: geeft informatie weer over het netwerkverkeer naar en van de pc-poort op de telefoon.

  • Netwerk: geeft informatie weer over het netwerkverkeer naar en van de netwerkpoort op de telefoon.

Als u het gedeelte Netwerkstatistieken wilt weergeven, opent u de webpagina van de telefoon en klikt u op de hyperlink Ethernet-informatie, Toegang of Netwerk.

Webpagina met Ethernet-informatie

In de volgende tabel wordt de inhoud van de webpagina met Ethernet-informatie beschreven.

Tabel 11. Items Ethernet-informatie

Item

Beschrijving

Tx Frames

Totaal aantal pakketten dat de telefoon verzendt.

Tx broadcast

Totaal aantal broadcastpakketten dat de telefoon verzendt.

Tx multicast

Totaal aantal multicastpakketten dat de telefoon verzendt.

Tx unicast

Totaal aantal unicastpakketten dat de telefoon verzendt.

Rx Frames

Totaal aantal pakketten dat de telefoon heeft ontvangen.

Rx broadcast

Totaal aantal broadcastpakketten dat de telefoon ontvangt.

Rx multicast

Totaal aantal multicastpakketten dat de telefoon ontvangt.

Rx unicast

Totaal aantal unicastpakketten dat de telefoon ontvangt.

Rx PacketNoDes

Totaal aantal pakketten dat verloren gaat door het ontbreken van de descriptor Direct Memory Access (DMA).

Toegang en netwerkwebpagina's

In de volgende tabel worden de items op de webpagina's met Toegang en Netwerk beschreven.

Tabel 12. Velden Toegang en Netwerk

Item

Beschrijving

Rx totalPkt

Totaal aantal pakketten dat de telefoon heeft ontvangen.

Rx crcErr

Totaal aantal pakketten dat is ontvangen met CRC-fout.

Rx alignErr

Totaal aantal pakketten met een lengte tussen 64 en 1522 bytes dat is ontvangen en dat een ongeldige Frame Check Sequence (FCS) heeft.

Rx multicast

Totaal aantal multicastpakketten dat de telefoon heeft ontvangen.

Rx broadcast

Totaal aantal broadcastpakketten dat de telefoon heeft ontvangen.

Rx unicast

Totaal aantal unicastpakketten dat de telefoon heeft ontvangen.

Rx shortErr

Totaal aantal ontvangen FCS-foutpakketten of uitlijningsfoutpakketten die kleiner zijn dan 64 bytes.

Rx shortGood

Totaal aantal ontvangen geldige pakketten die kleiner zijn dan 64 bytes.

Rx longGood

Totaal aantal ontvangen geldige pakketten die groter zijn dan 1522 bytes.

Rx longErr

Totaal aantal ontvangen FCS-foutpakketten of uitlijningsfoutpakketten die groter zijn dan 1522 bytes.

Rx size64

Totaal aantal ontvangen pakketten, met inbegrip van ongeldige pakketten, met een omvang tussen 0 en 64 bytes.

Rx size65to127

Totaal aantal ontvangen pakketten, met inbegrip van ongeldige pakketten, met een omvang tussen 65 en 127 bytes.

Rx size128to255

Totaal aantal ontvangen pakketten, met inbegrip van ongeldige pakketten, met een omvang tussen 128 en 255 bytes.

Rx size256to511

Totaal aantal ontvangen pakketten, met inbegrip van ongeldige pakketten, met een omvang tussen 256 en 511 bytes

Rx size512to1023

Totaal aantal ontvangen pakketten, met inbegrip van ongeldige pakketten, met een omvang tussen 512 en 1023 bytes.

Rx size1024to1518

Totaal aantal ontvangen pakketten, met inbegrip van ongeldige pakketten, met een omvang tussen 1024 en 1518 bytes.

Rx tokenDrop

Totaal aantal pakketten dat is verwijderd vanwege gebrek aan bronnen (bijvoorbeeld FIFO overflow).

Tx excessDefer

Totaal aantal pakketten waarvan de verzending is vertraagd vanwege een bezet medium.

Tx lateCollision

Aantal keren dat botsingen hebben plaatsgevonden later dan 512 bit na de start van de pakketverzending.

Tx totalGoodPkt

Totaal aantal geldige pakketten (multicast, broadcast en unicast) dat de telefoon heeft ontvangen.

Tx Collisions

Totaal aantal botsingen dat heeft plaatsgevonden terwijl een pakket werd verzonden.

Tx excessLength

Totaal aantal pakketten dat niet is verzonden omdat voor het pakket 16 verzendpogingen zijn uitgevoerd.

Tx broadcast

Totaal aantal broadcastpakketten dat de telefoon heeft verzonden.

Tx multicast

Totaal aantal multicastpakketten dat de telefoon heeft verzonden.

LLDP FramesOutTotal

Totaal aantal LLDP-frames dat de telefoon heeft verzonden.

LLDP AgeoutsTotal

Totaal aantal LLDP-frames met een time-out in de cache.

LLDP FramesDiscardedTotal

Totaal aantal LLDP-frames dat is verwijderd waarbij een verplichte TLV ontbreekt, niet werkt of een tekenreekslengte heeft die buiten het geldige bereik valt.

LLDP FramesInErrorsTotal

Totaal aantal LLDP-frames dat is ontvangen met een of meer detecteerbare fouten.

LLDP FramesInTotal

Totaal aantal LLDP-frames dat de telefoon heeft ontvangen.

LLDP TLVDiscardedTotal

Totaal aantal LLDP TLV's dat is verwijderd.

LLDP TLVUnrecognizedTotal

Totaal aantal LLDP TLV's dat niet is herkend op de telefoon.

CDP Neighbor-apparaat-id

Id van een apparaat dat is verbonden met deze poort die is gedetecteerd door CDP.

CDP Neighbor-IPv6-adres

IP-adres van naburig apparaat dat door het CDP-protocol is gedetecteerd.

LLDP Neighbor-poort

Poort van het naburige apparaat waarop de telefoon is aangesloten die door het CDP-protocol is gedetecteerd.

LLDP Neighbor Device ID

Id van een apparaat dat is verbonden met deze poort die is gedetecteerd door LLDP.

LLDP Neighbor-IPv6-adres

IP-adres van naburig apparaat dat door het LLDP-protocol is gedetecteerd.

LLDP Neighbor Port

Poort van het naburige apparaat waarop de telefoon is aangesloten die door het LLDP-protocol is gedetecteerd.

Port Information

Snelheid en duplexinformatie.

Apparaatlogboeken

De volgende hyperlinks naar apparaatlogbestanden op een telefoonwebpagina bevatten informatie voor het bewaken van de telefoon en het oplossen van problemen.

  • Consolelogboeken: omvat hyperlinks naar afzonderlijke logbestanden. De consolelogbestanden omvatten debug- en foutberichten die de telefoon heeft ontvangen.

  • Core Dumps: omvat hyperlinks naar afzonderlijke dumpbestanden. De core dump-bestanden bevatten gegevens over een telefooncrash.

  • Statusberichten: geeft de 10 laatste statusberichten weer die de telefoon heeft gegenereerd sinds de laatste keer opstarten. Het scherm Statusberichten op de telefoon geeft deze informatie ook weer.

  • Debugweergave: geeft debugberichten weer die nuttig kunnen zijn voor Cisco TAC als u hulp nodig hebt bij het oplossen van problemen.

Streamingstatistieken

Een Cisco Unified IP-telefoon kan informatie naar en van maximaal drie apparaten tegelijk streamen. Een telefoon streamt gegevens wanneer deze in gesprek is of een service uitvoert die audio of gegevens verzendt of ontvangt.

Het gedeelte Streamingstatistieken op de webpagina van een telefoon bevat Informatie over de streams.

In de volgende tabel worden de items in het gedeelte Streamingstatistieken beschreven.

Tabel 13. Items in gedeelte Streamingstatistieken

Item

Beschrijving

Extern adres

IP-adres en UDP-poort van de bestemming van de stream.

Lokaal adres

IP-adres en UPD-poort van de telefoon.

Starttijd

Interne tijdstempel geeft aan wanneer Cisco Unified Communications Manager de telefoon heeft verzocht om pakketten te gaan verzenden.

Streamstatus

Aanduiding of streaming actief is of niet.

Hostnaam

Unieke, vaste naam die automatisch wordt toegewezen aan de telefoon op basis van het MAC-adres.

Pakketten afzender

Totaal aantal RTP-gegevenspakketten die de telefoon heeft verzonden sinds het begin van deze verbinding. De waarde is 0 als de verbinding is ingesteld op de modus alleen-ontvangen.

Octetten afzender

Totaal aantal payload octets die de telefoon heeft verzonden in RTP-gegevenspakketten sinds het begin van deze verbinding. De waarde is 0 als de verbinding is ingesteld op de modus alleen-ontvangen.

Codec afzender

Type audiocodering voor de verzonden stream.

Afzenderrapporten verzonden

(zie opmerking)

Aantal keren dat het RTCP-afzenderrapport is verzonden.

Tijd afzenderrapport verzonden

(zie opmerking)

Interne tijdstempel met aanduiding wanneer het laatste RTCP-afzenderrapport is verzonden.

Verloren pakketten ontvanger

Totaal aantal RTP-gegevenspakketten dat verloren is gegaan sinds gegevensontvangst is begonnen op deze verbinding. Gedefinieerd als het aantal verwachte pakketten min het aantal werkelijk ontvangen pakketten, waarbij het aantal ontvangen pakketten ook die omvat die te laat waren of dubbel zijn. De waarde is 0 als de verbinding is ingesteld op de modus alleen-verzenden.

Gem. jitter

Schatting van de gemiddelde afwijking van de aankomsttijden van de RTP-gegevenspakketten, gemeten in milliseconden. De waarde is 0 als de verbinding is ingesteld op de modus alleen-verzenden.

Codec ontvanger

Type audiocodering voor de ontvangen stream.

Ontvangerrapporten verzonden

(zie opmerking)

Aantal keren dat het RTCP-ontvangerrapport is verzonden.

Tijd ontvangerrapport verzonden

(zie opmerking)

Interne tijdstempel met aanduiding wanneer een RTCP-ontvangerrapport is verzonden.

Pakketten ontvanger

Totaal aantal RTP-gegevenspakketten dat de telefoon heeft ontvangen sinds gegevensontvangst is begonnen op deze verbinding. Omvat pakketten die zijn ontvangen uit verschillende bronnen als dit een multicast-gesprek is. De waarde is 0 als de verbinding is ingesteld op de modus alleen-verzenden.

Octetten ontvanger

Totaal aantal payload octets dat het apparaat heeft ontvangen in RTP-gegevenspakketten sinds de ontvangst is begonnen op deze verbinding. Omvat pakketten die zijn ontvangen uit verschillende bronnen als dit een multicast-gesprek is. De waarde is 0 als de verbinding is ingesteld op de modus alleen-verzenden.

MOS LQK

Score die een objectieve schatting is van de gemiddelde opiniescore (Mean Opinion Score/MOS) voor luisterkwaliteit (LQK) die loopt van 5 (uitstekend) naar 1 (slecht). Deze score is gebaseerd op hoorbare verbergingsgebeurtenissen als gevolg van frameverlies in het interval van de voorafgaande 8 seconden van de spraakstroom. Zie Spraakkwaliteit controleren voor meer informatie.

Opmerking

 

De MOS LQK-score kan variëren op basis van het type codec dat de Cisco Unified IP-telefoon gebruikt.

Gem. MOS LQK

Gemiddelde MOS LQK-score geconstateerd voor de gehele spraakstroom.

Min. MOS LQK

Laagste MOS LQK-score geconstateerd vanaf het begin van de spraakstroom.

Max. MOS LQK

Uitgangswaarde of hoogste MOS LQK-score geconstateerd vanaf het begin van de spraakstroom.

Deze codecs leveren de volgende maximale MOS LQK-score onder normale omstandigheden zonder frameverlies:

  • G.711 levert 4,5 op.
  • G.729 A /AB levert 3,7 op.

MOS LQK-versie

Versie van het eigen Cisco-algoritme waarmee MOS LQK-scores worden berekend.

Cumulatieve verbergingsverhouding

Totaal aantal verbergingsframes gedeeld door het totaal aantal spraakframes die zijn ontvangen vanaf het begin van de spraakstroom.

Interval verbergingsverhouding

Verhouding van verbergingsframes tot spraakframes in het voorafgaande interval van 3 seconden actieve spraak. Als Voice Activity Detection (VAD) wordt gebruikt, kan een langer interval nodig zijn om drie seconden actieve spraak te verzamelen.

Max. verbergingsverhouding

Verbergingsverhouding met hoogste interval vanaf het begin van de spraakstroom.

Verbergingsseconden

Aantal seconden met verbergingsgebeurtenissen (verloren frames) vanaf het begin van de spraakstroom (omvat strikt verborgen seconden).

Seconden strikt verbergen

Aantal seconden met meer dan vijf procent verbergingsgebeurtenissen (verloren frames) vanaf het begin van de spraakstroom.

Latentie

(zie opmerking)

Schatting van netwerklatentie, uitgedrukt in milliseconden. Geeft een doorlopend gemiddelde weer van de retourvertraging, gemeten wanneer de RTCP-ontvangerrapportblokken worden ontvangen.

Max. jitter

Maximumwaarde van onmiddellijke jitter, in milliseconden.

Formaat afzender

RTP-pakketgrootte, in milliseconden, voor de verzonden stream.

Afzenderrapporten ontvangen

(zie opmerking)

Aantal keren dat het RTCP-afzenderrapporten zijn ontvangen.

Tijd afzenderrapport ontvangen

(zie opmerking)

Meest recente tijdstip waarop een RTCP-afzenderrapport is ontvangen.

Formaat ontvanger

RTP-pakketgrootte, in milliseconden, voor de verzonden stream.

Ontvanger genegeerd

RTP-pakketten die zijn ontvangen van het netwerk maar zijn genegeerd in jitterbuffers.

Ontvangerraporten ontvangen

(zie opmerking)

Aantal keren dat het RTCP-ontvangerrapport is ontvangen.

Tijd ontvangerrapport ontvangen

(zie opmerking)

Meest recente tijdstip waarop een RTCP-ontvangerrapport is ontvangen.

Ontvanger gecodeerd

Geeft aan of de ontvanger codering gebruikt.

Afzender gecodeerd

Geeft aan of de afzender codering gebruikt.

Frames van afzender

Het aantal verzonden frames.

Gedeeltelijke frames afzender

Het aantal gedeeltelijk verzonden frames.

I-frames van afzender

Het aantal verzonden I-frames. I-frames worden gebruikt in de video-uitzendingen.

IDR-frames afzender

Aantal verzonden IDR-frames (Instantaneous Decoder Refresh) verzonden. IDR-frames worden gebruikt in de video-uitzendingen.

Framesnelheid afzender

De snelheid waarmee de afzender frames verzendt.

Bandbreedte afzender

Bandbreedte voor de afzender.

Resolutie afzender

Videoresolutie van de afzender.

Frames ontvanger

Het aantal ontvangen frames.

Gedeeltelijke frames ontvanger

Het aantal gedeeltelijk ontvangen frames.

I-frames afzender

Het aantal ontvangen I-frames.

IDR-frames ontvanger

Het aantal ontvangen IDR-frames.

IFrames opgenomen ontvanger

Het aantal gevraagde ontvangen IDR-frames.

Framesnelheid ontvanger

De snelheid waarmee de ontvanger frames ontvangt.

Frames verloren ontvanger

Het aantal frames dat niet is ontvangen.

Framefouten ontvanger

Het aantal frames dat niet is ontvangen.

Bandbreedte ontvanger

Bandbreedte van de ontvanger.

Resolutie ontvanger

Videoresolutie van de ontvanger.

Domein

Domein waarin de telefoon zich bevindt.

Deelnames verzender

Het aantal keren dat de afzender deelneemt.

Deelnames ontvanger

Het aantal keren dat de ontvanger deelneemt.

Byes

Het aantal "Bye" frames

Starttijd verzender

De tijd waarop de afzender is gestart.

Starttijd ontvanger

De tijd waarop de ontvanger is gestart.

Rijstatus

Of de telefoon streaming gebruikt

Hulpprogramma verzender

Type audio-codering gebruikt voor de stream

Verzenderrapporten

RTCP-rapporten afzender

Rapporttijd verzender

Laatste tijdstip waarop een RTCP-rapport door de afzender is verzonden.

Rcvr Jitter

Maximale jitter van stream

Hulpprogramma ontvanger

Type audio-codering gebruikt voor de stream

Ontvangerrapporten

Het aantal keren dat dit statistische streamingrapport via de webpagina is geopend.

Rapporttijd ontvanger

Interne tijdstempel die aangeeft wanneer dit statistische streamingrapport is gegenereerd

Is video

Geeft aan of het gesprek een videogesprek of alleen geluid is.

Gespreks-id

Aanduiding van het gesprek.

Groeps-id

Aanduiding van de groep waarin de telefoon zich bevindt.


Opmerking


Wanneer het RTP-beheerprotocol wordt uitgeschakeld, worden er geen gegevens gegenereerd voor dit veld en wordt 0 weergegeven.


Informatie van de telefoon opvragen in XML

Voor probleemoplossing kunt u informatie opvragen van de telefoon. De teruggestuurde gegeven zijn in XML-indeling. De volgende informatie is beschikbaar:

  • CallInfo is informatie over de gesprekssessie voor een specifieke lijn.

  • LineInfo is informatie over de lijnconfiguratie voor de telefoon.

  • ModeInfo is informatie over de telefoonmodus.

Voordat u begint

Webtoegang moet zijn ingeschakeld om informatie op te halen.

De telefoon moet zijn gekoppeld aan een gebruiker.

Procedure


Stap 1

Voor gespreksinfo voert u de volgende URL in een browser in: http://<phone ip address>/CGI/Java/CallInfo<x>

waar

  • <phone ip address>is het IP-adres van de telefoon

  • <x>is het lijnnummer waarover u informatie wilt ophalen.

De opdracht geeft een XML-document als resultaat.

Stap 2

Voor lijninformatie voert u de volgende URL in een browser in: http://<phone ip address>/CGI/Java/LineInfo

waar

  • <phone ip address>is het IP-adres van de telefoon

De opdracht geeft een XML-document als resultaat.

Stap 3

Voor modelinformatie voert u de volgende URL in een browser in: http://<phone ip address>/CGI/Java/ModeInfo

waar

  • <phone ip address>is het IP-adres van de telefoon

De opdracht geeft een XML-document als resultaat.


Voorbeelduitvoer CallInfo

De volgende XML-code is een voorbeeld van de uitvoer van de opdracht CallInfo.

<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<CiscoIPPhoneCallLineInfo>
  <Prompt/>
	 <Notify/>
	 <Status/>
	 <LineDirNum>1030</LineDirNum>
	 <LineState>CONNECTED</LineState>
	 <CiscoIPPhoneCallInfo>
		   <CallState>CONNECTED</CallState>
		   <CallType>INBOUND</CallType>
		   <CallingPartyName/>
		   <CallingPartyDirNum>9700</CallingPartyDirNum>
	   	<CalledPartyName/>
		   <CalledPartyDirNum>1030</CalledPartyDirNum>
		   <HuntPilotName/>
		   <CallReference>30303060</CallReference>
		   <CallDuration>12835</CallDuration>
	   	<CallStatus>null</CallStatus>
	   	<CallSecurity>UNAUTHENTICATED</CallSecurity>
		   <CallPrecedence>ROUTINE</CallPrecedence>
		   <FeatureList/>
  	</CiscoIPPhoneCallInfo>
  	<VisibleFeatureList>
	   	<Feature Position="1" Enabled="true" Label="End Call"/>
	   	<Feature Position="2" Enabled="true" Label="Show Detail"/>
  	</VisibleFeatureList>
</CiscoIPPhoneCallLineInfo>

Voorbeelduitvoer LineInfo

De volgende XML-code is een voorbeeld van de uitvoer van de opdracht LineInfo.

<CiscoIPPhoneLineInfo>
	  <Prompt/>
  	<Notify/>
  	<Status>null</Status>
	  <CiscoIPPhoneLines>
	   	<LineType>9</LineType>
		   <lineDirNum>1028</lineDirNum>
	   	<MessageWaiting>NO</MessageWaiting>
	   	<RingerName>Chirp1</RingerName>
	   	<LineLabel/>
	   	<LineIconState>ONHOOK</LineIconState>
  	</CiscoIPPhoneLines>
  	<CiscoIPPhoneLines>
	   	<LineType>9</LineType>
	   	<lineDirNum>1029</lineDirNum>
   		<MessageWaiting>NO</MessageWaiting>		<RingerName>Chirp1</RingerName>
	   	<LineLabel/>
   		<LineIconState>ONHOOK</LineIconState>
  	</CiscoIPPhoneLines>
	  <CiscoIPPhoneLines>
	   	<LineType>9</LineType>
	   	<lineDirNum>1030</lineDirNum>
	   	<MessageWaiting>NO</MessageWaiting>
	   	<RingerName>Chirp1</RingerName>
	   	<LineLabel/>
	   	<LineIconState>CONNECTED</LineIconState>
	  </CiscoIPPhoneLines>
  	<CiscoIPPhoneLines>
   		<LineType>2</LineType>
   		<lineDirNum>9700</lineDirNum>
   		<MessageWaiting>NO</MessageWaiting>
   		<LineLabel>SD9700</LineLabel>
   		<LineIconState>ON</LineIconState>
 	</CiscoIPPhoneLines>
</CiscoIPPhoneLineInfo>

Voorbeelduitvoer ModeInfo

De volgende XML-code is een voorbeeld van de uitvoer van de opdracht ModeInfo.

<?xml version="1.0" encoding="utf-8"?>
<CiscoIPPhoneModeInfo>
   <PlaneTitle>Applications</PlaneTitle>
   <PlaneFieldCount>12</PlaneFieldCount>
   <PlaneSoftKeyIndex>0</PlaneSoftKeyIndex>
   <PlaneSoftKeyMask>0</PlaneSoftKeyMask>
   <Prompt></Prompt>
   <Notify></Notify>
   <Status></Status>
   <CiscoIPPhoneFields>
      <FieldType>0</FieldType>
      <FieldAttr></FieldAttr>
      <fieldHelpIndex>0</fieldHelpIndex>
      <FieldName>Call History</FieldName>
      <FieldValue></FieldValue>
   </CiscoIPPhoneFields>
   <CiscoIPPhoneFields>
      <FieldType>0</FieldType>
      <FieldAttr></FieldAttr>
      <fieldHelpIndex>0</fieldHelpIndex>
      <FieldName>Preferences</FieldName>
      <FieldValue></FieldValue>
   </CiscoIPPhoneFields>
   ...
</CiscoIPPhoneModeInfo>