Stap 1
|
Selecteer in Messaging Assistant de optie Meldingsapparaten weergeven in het menu Meldingsapparaten.
|
Stap 2
|
Klik op de pagina Meldingsapparaten op het sms-apparaat dat u wilt wijzigen of instellen.
|
Stap 3
|
Op de pagina <Device name> Meldingsapparaat schakelt u het selectievakje Melding ingeschakeld in om het apparaat in te schakelen; schakel dit selectievakje uit om het apparaat uit te schakelen.
|
Stap 4
|
Geef in het veld Aan het telefoonnummer voor het sms-apparaat op.
De indeling en het nummer dat u opgeeft, is afhankelijk van de SMPP-provider. Mogelijk moet u internationale landcodes, beginnend
met een plusteken (+), gevolgd door de landcode, het netnummer en vervolgens het nummer van het apparaat invoeren: +12065551234. Begin niet met een nul of het internationale toegangsnummer. Gebruik geen spaties, streepjes, haakjes of andere interpunctie.
Neem contact op met de Connection-beheerder voor ondersteuning als u problemen ondervindt.
|
Stap 5
|
Wat u opgeeft in het veld Van is afhankelijk van de SMPP-provider:
-
Als de SMPP-provider een bronadres vereist voor de server die het bericht verzendt, geeft u het IP-adres voor de Cisco Unity
Connection-server op.
-
Vereist de SMPP-provider geen bronadres, dan geeft u het telefoonnummer op dat u aan het eind van de tekstweergave wilt weergeven.
(Geef bijvoorbeeld het nummer op dat u belt om Cisco Unity Connection te bereiken wanneer u niet belt via uw bureautelefoon.)
Net als bij het veld Aan in stap 4 zijn de notatie en het nummer die u opgeeft afhankelijk van de SMPP-provider.
Neem contact op met de Connection-beheerder voor ondersteuning als u niet zeker weet wat u moet opgeven in dit veld.
Tip
|
Houd er bij sms-apparaten rekening mee dat bepaalde serviceproviders het nummer dat u hebt opgegeven in het veld Van, vervangen
door hun eigen telefoonnummer. U kunt ook een nummer voor het terugbellen invoegen door het nummer in de tekst van het bericht
op te geven. Voer bijvoorbeeld tel:2065551234 in het veld Tekst in (zie Stap 6).
|
|
Stap 6
|
Geef in het veld Tekst de tekst op die u wilt weergeven (bijvoorbeeld U hebt een voicemail). Als een bericht binnenkomt dat voldoet aan de criteria die zijn geselecteerd bij de instellingen van de berichtmelding,
wordt dit bericht met Cisco Unity Connection verzonden.
|
Stap 7
|
Schakel het selectievakje Berichtaantallen toevoegen aan berichttekst in als u wilt dat Connection het aantal nieuwe en het totale aantal berichten in de berichtmelding opneemt.
|
Stap 8
|
Schakel het selectievakje Berichtinformatie toevoegen aan berichttekst in als u wilt dat Connection de informatie over het nieuwe bericht opneemt in de tekstreeks die naar het meldingsapparaat
wordt gestuurd. Deze informatie kan de naam en de ID (indien beschikbaar) van de beller omvatten, het type bericht (spraak,
fax), het tijdstip waarop het bericht is ontvangen en als het bericht als privé of urgent is gemarkeerd, een indicatie van
de status.
|
Stap 9
|
Selecteer een provider in de lijst SMPP-provider.
Als u niet zeker weet welke u moet kiezen, neemt u contact op met de Connection-beheerder.
|
Stap 10
|
Selecteer de typen gebeurtenissen die ertoe leiden dat Connection een melding verzendt naar dit apparaat:
Optie |
Beschrijving |
Alle berichten |
Connection verzendt een melding naar dit apparaat wanneer een nieuw bericht is ontvangen, inclusief verzend- en andere spraak-
en faxberichten.
|
Alle spraakberichten |
Connection verzendt een melding naar dit apparaat wanneer een nieuw spraakbericht is ontvangen (inclusief verzendberichten).
|
Verzendberichten |
Connection verzendt een melding naar dit apparaat wanneer een nieuw spraakbericht is ontvangen dat is gemarkeerd als verzendbericht.
|
Faxberichten |
Connection verzendt een melding naar dit apparaat wanneer een nieuw faxbericht is ontvangen.
|
Agenda-afspraken |
Connection verzendt een melding naar dit apparaat als er binnenkort een Outlook-afspraak plaatsvindt.
|
Agendavergaderingen |
Connection verzendt een melding naar dit apparaat als er binnenkort een vergadering voor Cisco Unified MeetingPlace of Cisco
Unified MeetingPlace Express plaatsvindt.
|
|
Stap 11
|
Voor elk type gebeurtenis dat u kiest in stap 10, schakelt u het selectievakje Alleen urgent in als u wilt dat Connection de melding alleen verzendt wanneer het nieuwe bericht van dat type is gemarkeerd als urgent.
|
Stap 12
|
Als u Agenda-afspraken of Agendavergaderingen hebt opgegeven in stap 10, geeft u in het veld Waarschuwingstijd voor agendagebeurtenis op hoeveel minuten voorafgaand aan de vergadering u de melding wilt ontvangen.
|
Stap 13
|
Als u omgezette tekstversies van uw spraakberichten wilt ontvangen, schakelt u het selectievakje Spraakberichten in onder Omzettingen van spraakberichten verzenden.
(Het gedeelte Omzettingen van spraakberichten verzenden is alleen zichtbaar wanneer de optie SpeechView voor u beschikbaar
is gesteld.)
|
Stap 14
|
Als u uitsluitend omzettingen wilt ontvangen van urgente spraakberichten, schakelt u het selectievakje Alleen urgent in.
|
Stap 15
|
Schakel het selectievakje Beperk het aantal sms-berichten per omzetting tot in en voert het maximale aantal SMS-berichten in dat u wilt voor elke berichtomzetting.
Deze instelling is nuttig om de kosten te verlagen als de telefoonmaatschappij van uw mobiele telefoon of de sms-serviceprovider
kosten in rekening brengt voor elk sms-bericht dat u ontvangt.
|
Stap 16
|
Als u wilt opgeven dat dit apparaat alleen meldingen moet ontvangen voor berichten afkomstig van specifieke Connection-gebruikers,
selecteert u Bellers toevoegen en zoekt u vervolgens naar namen:
-
Geef in het dialoogvenster Namen zoeken de zoekcriteria op en klik vervolgens op Zoeken.
-
Schakel in de zoekresultaten het selectievakje in naast de gebruiker of de externe contactpersoon die u aan uw bellijst wilt
toevoegen en klik vervolgens op Gebruikers toevoegen.
|
Stap 17
|
Als u wilt opgeven dat dit apparaat alleen meldingen ontvangt voor berichten van specifieke telefoonnummers, typt u een telefoonnummer
in het veld Nummerpatroon.
U kunt de jokers X en * gebruiken om meerdere telefoonnummers te selecteren:
-
Het X-teken komt overeen met een enkel cijfer in het bereik van 0 tot 9. Het patroon 9XXX komt bijvoorbeeld overeen met het
bereik van telefoonnummers van 9000 tot en met 9999.
-
De asterisk (*) komt overeen met een willekeurige reeks cijfers. Het patroon 5556304* komt bijvoorbeeld overeen met de telefoonnummers
5556304, 55563040, 55563041, 5556304100 enzovoort.
Tip
|
Als u zowel bellers als telefoonnummers voor een apparaat opgeeft, verzendt Connection een melding naar het apparaat voor
alle berichten (van de typen die u hebt opgegeven in stap 10 en 11) die overeenkomen met de opgegeven bellers of nummerpatronen.
|
|
Stap 18
|
Als u het meldingsschema wilt instellen, kunt u de opties van Snel toevoegen gebruiken om een schema op te geven.
Of
Schakel de selectievakjes in het schema in of uit om de actieve en inactieve uren voor het meldingsapparaat op te geven. Tijdens
de actieve uren verzendt Connection een meldingsbericht zodra u een nieuw bericht hebt. Wanneer een nieuw bericht tijdens
de inactieve uren binnenkomt, verzendt Connection een berichtmelding bij het begin van het volgende actieve uur in uw schema.
Tip
|
U kunt op verschillende manieren uw meldingsschema snel instellen. Klik op Schema wissen om alle selectievakjes in één keer uit te schakelen. U kunt ook op Schema omkeren klikken om alle uitgeschakelde selectievakjes in te schakelen en alle ingeschakelde selectievakjes uit te schakelen. Met
de functie Dagschema kopiëren (onder het schema) kunt u een schema voor één dag kopiëren naar andere dagen.
|
|
Stap 19
|
Geef de timing en de frequentie van de gesprekken op die door Connection worden geplaatst om u op de hoogte te stellen van
nieuwe berichten:
Optie |
Beschrijving |
Eerste contact proberen na <x> minuten |
Geef het aantal minuten op dat Connection wacht voordat het eerste meldingsgesprek wordt geplaatst zodra berichtmelding is
geactiveerd.
Als door de vertraging de melding verschuift naar een tijd dat het schema voor het apparaat niet meer geldig is, vindt de
melding pas plaats als het schema weer actief wordt (zolang het bericht nieuw is). U kunt meldingen spreiden over verschillende
apparaten op vaste intervallen, bijvoorbeeld 15 minuten, voor een cascade-effect van berichtmeldingen.
|
Als er nog nieuwe berichten zijn, elke <x> minuten opnieuw proberen
|
Als u wilt dat Connection de melding herhaalt zolang er nieuwe berichten zijn, schakelt u dit selectievakje in en voert u
het aantal minuten in dat Connection wacht voordat de melding wordt herhaald. U kunt 1 tot en met 60 minuten opgeven in het
veld voor de frequentie voor opnieuw kiezen.
Wanneer u bijvoorbeeld het herhalingsinterval om 11:47 instelt op 5 minuten, wordt u door Connection op de hoogte gebracht
van nieuwe berichten om 11:50, 11:55, 12:00, 12:05, 12:10, 12:15, 12:20, 12:25, enzovoort.
Waarschuwing
|
Wanneer u de optie voor het verzenden van omzettingen gebruikt, moet u deze instelling niet inschakelen. Wanneer u het selectievakje
inschakelt, wordt de verzending van omzettingen naar dit apparaat uitgeschakeld.
|
|
|
Stap 20
|
Selecteer Opslaan.
|