De beheerder kan de toegelaten stroom controle en de duplexsnelheid door de eigenschappen van de haveninstelling vormen. De enabled flow control kan worden gebruikt als een computer of ander apparaat te snel gegevens doorgeeft voor het eindstation om deze te accepteren. Deze optie blokkeert de transmissie voor een specifieke periode, waardoor het eindstation de gegevens kan inhalen en accepteren. Snelheidsduplex bepaalt het communicatiekanaal dat tussen apparaten wordt gebruikt.
Het doel van dit document is om poortinstellingen op SPA122 te configureren.
・ SPA122
・ v1.1.0
Stap 1. Meld u aan bij het programma voor webconfiguratie en kies Netwerkinstelling > Geavanceerde instellingen > Poortinstelling. De pagina Poortinstelling wordt geopend:
Stap 2. Klik op de radioknop Enabled om stroomregeling op het apparaat mogelijk te maken.
Stap 3. Kies de gewenste duplexsnelheid optie uit de vervolgkeuzelijst Snelheid.
・ Auto-onderhandeling — Auto-onderhandeling is een optionele functie die apparaten in staat stelt om automatisch informatie uit te wisselen over een link met snelheid en dubbele vermogens.
・ 10 Half — maakt communicatie mogelijk op beide manieren, maar slechts één voor één. Ze kunnen niet tegelijkertijd communiceren. De snelheid van informatie-uitwisseling is 10 Mbps.
・ 10 Volledig — staat communicatie op beide manieren toe en kan tegelijkertijd communiceren. De snelheid van informatie-uitwisseling is 10 Mbps. 10 Volledig is sneller dan 10 helft.
・ 100 De helft — staat communicatie toe op beide manieren, maar slechts één voor één. Ze kunnen niet tegelijkertijd communiceren. De snelheid van informatie-uitwisseling is 100 Mbps.
・ 100 Volledig — staat communicatie op beide manieren toe en kan tegelijkertijd communiceren. De snelheid van informatie-uitwisseling is 100 Mbps. 100 vol is sneller dan 100 helft.
Opmerking: De standaardoptie is Auto-onderhandeling, die wordt aanbevolen en de juiste modus voor het verkeer kiest. Wees voorzichtig met andere instellingen. Problemen kunnen ontstaan als u een instelling kiest die niet geschikt is voor de netwerkapparaten.
Stap 4. Klik op Indienen. De wijzigingen worden ingesteld en het apparaat wordt bijgewerkt.