Met een VPN-doorvoer kan VPN-verkeer door een apparaat gaan en kunnen clients verbinding maken met de VPN-server. Een VPN-doorvoer is vereist om een VPN-verbinding succesvol te laten zijn, omdat de RV130 en RV130W NAT (Network Address Translation) gebruiken.
Voordat u VPN Passthrough configureert, moet er al een VPN op uw apparaat zijn ingesteld. Als u wilt weten hoe u een VPN configureert, raadpleegt u het artikel Basic VPN Setup on RV130 and RV130W.
Het doel van dit document is om u te laten zien hoe u VPN-doorvoer op de RV130- en RV130W-routers kunt in- of uitschakelen.
•RV130
· RV130W
· v1.0.1.3
Stap 1. Meld u aan bij het hulpprogramma voor webconfiguratie en kies VPN > VPN-doorvoer. De pagina VPN Passthrough wordt geopend:
Stap 2. In het veld IPSec-doorvoer is het selectievakje Inschakelen standaard ingeschakeld. IPSec (Internet Protocol Security) is een reeks protocollen die een veilige uitwisseling van pakketten mogelijk maakt. Als u niet wilt dat IPSec-verkeer door het apparaat gaat, schakelt u dit selectievakje uit.
Stap 3. In het veld PPTP-doorvoer is het selectievakje Inschakelen standaard ingeschakeld. PPTP (Point-to-Point Tunneling Protocol) is een manier om PPP-pakketten (Point-to-Point Protocol) over een VPN te verzenden. Als u niet wilt dat er PPTP-verkeer door het apparaat gaat, schakelt u dit selectievakje uit.
Stap 4. In het veld L2TP-doorvoer is het selectievakje Inschakelen standaard ingeschakeld. L2TP (Layer 2 Tunneling Protocol) is een tunnelingprotocol dat wordt gebruikt om PPP-pakketten in VPN's te verzenden. Als u niet wilt dat L2TP-verkeer door het apparaat gaat, schakelt u dit selectievakje uit.
Stap 5. Klik op Opslaan om wijzigingen op de VPN-doorvoerpagina op te slaan.
Revisie | Publicatiedatum | Opmerkingen |
---|---|---|
1.0 |
13-Dec-2018
|
Eerste vrijgave |