Een firewall is een beveiligingssysteem dat de stroom van inkomend en uitgaand verkeer naar het netwerk controleert en controleert met behulp van ingestelde beveiligingsregels. De firewall dient als barrière tussen een betrouwbaar, veilig intern netwerk en externe onvertrouwde netwerken.
Het doel van dit document is om u te laten zien hoe u fundamentele firewallinstellingen op de RV110W kunt configureren.
Opmerking: Raadpleeg voor geavanceerde configuratieinstellingen (zoals het inschakelen of uitschakelen van specifieke services in de firewall) het firewallservicebeheer op RV110W.
・ RV110W
Stap 1. Gebruik het web configuratie hulpprogramma om firewall > basisinstellingen te kiezen. De pagina Basisinstellingen verschijnt:
Stap 2. Controleer in het veld Firewall het vakje Enable om firewallinstellingen in te schakelen.
Stap 3. In het veld DoS Protection, schakelt u het vakje Enable in om uw netwerk te beschermen tegen aanvallen met Denial of Service (DoS).
Stap 4. In het veld WAN-aanvraag blokkeren, schakelt u het vakje Enable in om ping-verzoeken naar RV110W vanaf externe netwerken te ontkennen.
Stap 5. In het veld Web Access, controleert u het HTTP-vakje en/of hetHTTPS-vakje om verkeer van deze protocollen mogelijk te maken. HTTPS is een versie van HTTP die pakketten voor verhoogde veiligheid versleutelt.
Stap 6. Controleer in het veld Remote Management het vakje Enable in om instellingen voor extern beheer in te schakelen.
Opmerking: Als u ervoor kiest het beheer op afstand niet in te schakelen, slaat u over naar Stap 1.
Stap 7. Kies in het veld Externe toegang het type webtoegang dat wordt gebruikt voor de verbinding met de firewall door op de HTTP-radioknop of de HTTPS-radioknop te klikken. HTTPS versleutelt pakketten voor grotere beveiliging.
Stap 8. Controleer in het veld Afstandsupgrade op afstand het aankruisvakje Inschakelen om op afstand een upgrade van de RV10W-firmware mogelijk te maken.
Stap 9. In het veld Toegestaan Remote IP-adres klikt u op de radioknop Any IP-adres om externe upgrades naar de router vanuit een IP-telefoon toe te staan, of klikt u op de radioknop onder om een bereik van IP-adressen in te voeren die u extern in de velden naar rechts kunt upgraden.
Stap 10. Voer in het veld Remote Management-poort in de poort of het bereik van poorten waarop afstandsbeheer is toegestaan.
Stap 1. In het veld IPv4 Multicast Passthrough:(IGMP Proxy), controleert u het vakje Enable in om multicast passthrough voor IPv4 mogelijk te maken.
Stap 12. In het IPv6-multicast passthrough:(IGMP Proxy), controleer het aanvinkvakje Enable om multicast passthrough voor IPv6 mogelijk te maken.
Opmerking: U kunt deze optie alleen activeren als het apparaat is geconfigureerd om in een IPv6-modus te werken op de pagina Netwerk > IP-modus.
Stap 13. In het veld UPnP, controleer het aanvinkvakje Enable om Universal Plug and Play (UPnP) in te schakelen, waardoor apparaten automatisch worden ontdekt die op de router kunnen worden aangesloten.
Opmerking: Als u ervoor kiest om UPnP niet in te schakelen, sla dan over naar Stap 16.
Stap 14. In het veld Gebruiker toestaan om te configureren controleert u het aanvinkvakje Inschakelen om gebruikers toe te staan om de regels voor poortselectie in te stellen.
Stap 15. In het veld Toegang tot internet toestaan, schakelt u het aanvinkvakje Enable in om gebruikers toe te staan internettoegang uit te schakelen.
Stap 16. In het veld BlokJava controleert u het vakje Inschakelen als u Java-applets wilt blokkeren. Klik vervolgens op de radioknop Auto om Java op alle poorten te blokkeren of klik op de Handmatige radioknop om het poortnummer in het veld Port in te voeren waarop Java moet worden geblokkeerd.
Stap 17. Controleer in het veld Cookies op het aanvinkvakje Inschakelen als u koekjes wilt blokkeren. Klik vervolgens op de radioknop Auto om koekjes op alle poorten te blokkeren of klik op de Handmatige radioknop om het poortnummer in het veld Port in te voeren waarop je koekjes moet blokkeren.
Stap 18. In het veld Blok ActiveX, controleert u het vakje Enable als u ActiveX-inhoud wilt blokkeren. Klik vervolgens op de radioknop Auto om ActiveX-inhoud op alle poorten te blokkeren of klik op de Handmatige radioknop om het poortnummer in het veld Port in te voeren waarop u de inhoud ActiveX wilt blokkeren.
Stap 19. Controleer in het veld Blokproxy het vakje Enable om proxy-servers te blokkeren. Klik vervolgens op de knop Auto Radio om proxy-servers op alle poorten te blokkeren of klik op de knop Handmatig om het poortnummer in het veld Port in te voeren waarop u proxy-servers wilt blokkeren.
Stap 20. Klik op Opslaan om wijzigingen op te slaan of Annuleren om ze weg te gooien.